zondag 20 december 2015

Allerhande



Het regenseizoen is nu echt begonnen. Eerst een paar flinke buien met een paar dagen er tussen. Nu al een paar dagen achter elkaar iedere dag flinke plensbuien, met onweer. Natuurlijk levert dat dan weer problemen op, waarbij je soms jezelf er even aan moet herinneren hoe je naar de regen verlangde toen het zo heet en droog was. De buien afgelopen zaterdag werden vooraf gegaan door flinke windstoten. In mijn tuin waaide de mango’s uit de boom, maar in het wijkje waar het gevangenispersoneel woont, waaide van 8 woningen de golfplaten van het dak. Een ramp natuurlijk; alles nat en de elektronica vernield. En er is al een enorm huisvestingsprobleem voor het personeel. Veel mensen moeten zelf een kamer of huis in Zomba vinden. De door de storm getroffen gezinnen zijn tijdelijk in de school ondergebracht, zodat daar nu ook de was buiten hangt.



Van de “Social Hall” is ook het dat af, dat is minder leuk voor mijn achterbuurman die voorganger is van de gemeente die daar zondags bijeen komt. Daar moet ook naar een alternatief gezocht worden. Het effect van de wind zou goed zo dramatisch hebben kunnen uitpakken omdat er nauwelijks bomen tussen de huizen staan. Ik heb dus maar meteen aangeboden om hier en daar wat windbrekers te planten. Dat viel gelukkig in goede aarde, dus planten maar. We hebben al een hele rij bomen lang de weg naar het kantoor aangeplant.

Ik melde al in maart dat er een muziekproject Zomba Prison Project  in de gevangenis was afgesloten met het maken van een cd. Deze cd is nu genomineerd voor een Grammy award in de klasse Wereldmuziek. Dat is natuurlijk een leuke opsteker en het is goed om te zien dat de belangstelling voor die muziek wel enorm is toegenomen. Er zijn zelfs journalisten van de BBC en Amerikaanse radio geweest om interviews te maken. Wel opmerkelijk dat bij het terugluisteren van de cd, die ik natuurlijk gedownload had, de uitvoerenden zich nauwelijks konden herinneren dat ze die liedjes gezongen hadden. NOS atikel

Ook uit Nederland bereiken mij berichten over de honger in Malawi. Dat is altijd een lastig onderwerp, heel complex. Er is bij de overstromingen vorig jaar veel van de mais vernield. Veel mensen die toen hun huizen hebben moeten verlaten wonen nu nog in opvangkampen. In de overstromingsgebieden, vooral in het zuiden en het oosten is ook niet genoeg regen geweest om nog een keer mais te kunnen oogsten. In 'De Correspondent' stond een aardig artikel met achtergronden over dergelijke rampen en hoe er door de internationale gemeenschap op gereageerd wordt. Hier in Zomba valt het met de honger nog wel mee, er is hier redelijk geoogst en als je voldoende geld hebt kun je natuurlijk altijd genoeg eten kopen.

Je ziet hier dat iedereen al bij het begin van de regen mais kon planten en hier en daar wordt al een kunstmest gift gegeven. Grappig om te zien dat ieder klein stukje ongebruikte grond wordt gebruikt om mais te planten. Binnenkort is alles weer groen.

Het bezoek van Felice komt snel. Ik kijk ernaar uit en hoop met haar Malawi een beetje meer te kunnen verkennen en nog een kijkje te nemen in Tanzania en Zambia. Samen kunnen we dan ook uitmaken wat ons volgende project zal zijn.

donderdag 26 november 2015

Diploma uitreiking









De korte cursus permacultuur die we in de jeugdgevangenis in Bvumbe organiseerden is afgerond en werd afgesloten met een diploma uitreiking. Aan dit soort ceremonies wordt hier waarde gehecht en ik denk zelf ook dat het, vooral voor het zelfbeeld van de deelnemers, heel belangrijk is dat de organisatie die de cursus regelt het resultaat serieus neemt en vooral dat de inzet en motivatie van de deelnemende cursisten op prijs wordt gesteld. Veel lezers van dit blog hebben een steentje bijgedragen aan dezelfde cursus vorig jaar in Mikuyu en alle giften die later zijn binnen gekomen zijn, met het restbedrag van Mikuyu, zijn naar de cursus in Bvumbwe overgebracht. Het werken in de  tuin daar was in het begin wat moeizaam, maar uiteindelijk kwam er schot in en het enthousiasme groeide alleen maar. Een belangrijke bijdrage daaraan werd geleverd door een enthousiaste bewaker, luisterend naar de illustere naam van Hema. Het slagen of falen van een project kan afhangen van het enthousiasme van één of twee mensen.
Hema bij de opbrengst van de tuin
Toen we in Bvumbwe aankwamen, vroeg op een zaterdagmorgen, was er nog niet veel aan de voorbereiding gedaan, maar zoals wel vaker hier werd alles toch snel in gang gezet en kon de ceremonie na een drie kwartier beginnen. Er waren stichtelijke woorden van Anita van Byounique en van de leiding van de gevangenis. Byounique is in Bvumbwe anderhalf jaar geleden begonnen en er zijn nu een cursus duurzame landbouw, kleermaken en een kappers opleiding. Voor Byounique is het doel van deze bijeenkomst om aandacht te besteden aan de situatie in de jeugdgevangenissen, om bekendheid te geven aan de rehabilitatieprojecten, om banden op te bouwen met partners en om inkomen genererende projecten rond de vakopleidingen te starten.
De ceremonie vervolgde met gevangenen die een gedicht voordroegen en het optreden van een bandje. Er werd gespeeld op een gitaar met 4 snaren, op zelf geïmproviseerde percussie instrumenten met zang van alle bandleden. 
Na de uitreiking van de certificaten en de cadeaus (een afsluitbare opbergdoos of drinkbeker) was er gelegenheid om de producten van de cursussen te bekijken en te kopen. Er waren textiel producten en groenten. Normaal wordt de geproduceerde groente verdeeld onder de jongens die onder medische behandeling zijn en die dus wel wat bijvoeding kunnen gebruiken. Opdrachten voor de kleding werden genoteerd. Mensen wilden wel graag kopen, maar de salarissen komen pas eind van de maand en dan zullen de producten echt gekocht worden.

Na een cakeje en een flesje Fanta was er nog een optreden van een groep jongens die een traditionele dans hadden voorbereid. Alles in zelfgemaakte kostuums van plasticzakken en uitgeplozen kunstmest zakken. Dit optreden was een hoogtepunt en oogstte veel succes, met name omdat bewakers en gasten ook enthousiast mee dansten.

  
Er waren verschillende vertegenwoordigers van andere organisaties en gelukkig ook pers. Aan alle aanwezige gevangenen werd tenslotte een stukje zeep uitgedeeld. Dat is altijd een heel welkom presentje omdat de budgetten van de gevangenissen door het Ministerie van Financiën vaak zo gekort worden dat er nauwelijks genoeg geld is om voedsel te kopen en de zeepvoorziening schiet er dan meestal bij in.
Het bezoek aan de tuin


De gasten kregen nog een rondleiding op de tuin om een indruk te krijgen van het werk dat 15 jongens daar iedere dag doen en waarvan watergeven (sjouwen met gieters) het belangrijkste onderdeel vormt.

De tuingroep van Bvumbwe


woensdag 11 november 2015

Balans opmaken.





Op 1 augustus liep mijn contract van 18 maanden in Malawi af. Om nog een boomplantseizoen mee te kunnen maken heb ik gevraagd om een verlenging van 6 maanden. Tot 1 februari 2016 dus, want tot die tijd heb ik ook een werkvergunning. Zo kon er nog een flinke hoeveelheid boompjes beplant worden in december-januari als het hier genoeg regent om ze in de volle grond te zetten. Nu, begin november, zijn we op het punt dat de meeste boompjes zijn gezaaid, dus nu verder verzorgen en onderhouden tot ze uitgeplant kunnen worden. 











We hebben hier 4 gevangenissen met veel land voor geselecteerd en van één andere gevangenis en een trainingscentrum kregen we ook de vraag of er boompjes beschikbaar waren. We kiezen stukken land die wat minder geschikt zijn voor mais of groente. Er wordt in de gevangenissen nog vrij veel op houtvuur gekookt en het geld voor brandhout komt direct uit het budget voor de rantsoenen. Je mag dus verwachten dat een besparing daarop ten goede komt aan het menu van de gevangenen. We hebben ook een aantal boomsoorten die in combinatie met andere gewassen geplant kunnen worden. (Agroforestry) 
Die gewassen profiteren dan van de door vlinderbloemige bomen vastgelegde stikstof en natuurlijk de schaduw. Dit project loopt goed en de medewerking en inzet van de staf is uitstekend.
Enkele van de boomsoorten die op de kwekerij staan


Er was al een tijd sprake van een groot project in Zuidelijk Afrika om de  gevangenissen in 8 landen te ondersteunen in gezondheidszorg en rehabilitatie. Regional Health and AIDS Initiative for Southern Africa.(RHAISA) Het project gaat aan het eind van het jaar van start in Swaziland, Zimbabwe en Malawi en het accent zal liggen op gezondheidszorg en mensenrechten. Zoals gebruikelijk namen de voorbereidingen meer tijd in beslag dan gedacht, maar uiteindelijk vroeg VSO Lilongwe of ik mijn contract wilde verlengen om aan dit RHAISA project mee te werken. Daar heb ik lang over gedacht, maar uiteindelijk besloten dat het bij twee jaar in Malawi maar moet blijven voor mij. Mijn belangrijkste reden daarvoor is, dat de nadruk in dit project ligt op gezondheidszorg en dat ik denk dat het veel meer organisatie en controle is dan het praktische tuinbouw werk dat ik nu heb kunnen doen. Natuurlijk spelen er nog veel meer zaken een rol in het nemen van de beslissing om Malawi en de Malawi Prisons Service te verlaten.

In december stopt Felice met haar werk op de Springplank en komt ze naar Malawi. We kunnen dan dus weer de keuze maken samen iets nieuws te ondernemen, in Afrika of in Nederland. Het uitplanten van de zaailingen uit het boomkwekerijtje lijkt een mooie natuurlijke afsluiting van een goede tijd in een mooi project en een fijn land. Malawi wordt niet voor niets: “The warm heart of Africa” genoemd. Vooral het moestuintje, met bananen, papaja, een citroenboompje en ananas zal ik wel  gaan missen.










Hoe het verder zal gaan na 1 februari gaan Felice en ik dus bedenken, als ze hier in december is; misschien een ander project, misschien terug naar Nederland, maar in ieder geval na een lekkere vakantie hier in Zuidelijk Afrika.

Sinds vorige week heb ik ook een huisgenoot. Via een WhatsApp chatgroep kwam ik in contact met Christiaan die hier, in Malawi, met zijn vrouw, twee jaar als tropenarts gaat werken in een ziekenhuisje in Malosa (35 km van Zomba) Hij krijgt een introductie in het districtsziekenhuis in Zomba, waar ik dichtbij woon. Leuk om wat aanspraak te hebben en wat van de dagelijkse dingen samen te regelen. Christiaans blog


maandag 19 oktober 2015

Nog een gewone dag.



Vorig jaar heb ik al eens beschreven hoe mijn dag eruit ziet, maar iemand vroeg om dat nog eens te doen en omdat er toch wel een en ander veranderd is, nog maar eens een gewone dag. 

Het begint hier vroeg. Meestal ben ik om half 6 wakker en tegen 6 uur zit ik aan het ontbijt. Om half 7 uur vertrek ik lopend naar de boomkwekerij. Ik loop ongeveer 20 minuten, het grootste deel over gevangenis terrein. De gevangenen zijn meestal net bezig als ik aan kom. 

We hebben nu al 35.000 zaailingen van inheemse boomsoorten. Ik vind het heel leuk om te kijken hoe het met de kieming staat, even wat te wieden en te bespreken wat er nog gedaan moet worden. Het is hier gewoonte om de boompjes te zaaien in plastic potjes zonder bodem. Dat betekent dat de potjes als de boompjes eenmaal groeien regelmatig opgetild moeten worden om te zorgen dat ze niet doorwortelen. Sommige soorten kunnen beter op een rek van bamboe worden gekweekt omdat ze erg gevoelig zijn voor wortel beschadiging. Die bamboe voor die plantrekken wordt met de hele groep gevangenen in de buurt gekapt. Ik moet daar bij de gemeente een vergunning voor aanvragen (€ 0,25 per boom). Het is wel een leuk gezicht zo’n groep gevangenen het terrein af te zien lopen, met grote kapmessen en twee bewakers met één oud geweer.










De zaailingen van de kwekerij moeten groot genoeg zijn om als het echt regent, in januari, uitgeplant te kunnen worden. Dat gaat lukken, we hebben gepland om bij 4 gevangenissen te planten voor brandhout. We hebben ook soorten die in combinatie met mais geplant kunnen worden. (Agroforestry) Vlinderbloemigen die stikstof vast leggen en ervoor zorgen dat er behoorlijk op de stikstofgift bezuinigt kan worden.

De kwekerij is mijn meest praktische kant van het werk op het ogenblik en ik kom er graag, maar om een uur of 9 is het tijd om naar kantoor te gaan. Email en internet natuurlijk, niet altijd even snel, maar goed. Daar schrijf ik ook rapportjes, aanvragen, hou de financiën bij etc. Overleg met mijn baas of het Forestry department hoort er ook bij. Natuurlijk moeten er ook soms gereedschap of materiaal gekocht worden. 
Mijn prikbord, met kaarten uit Nederland

Dinsdags ga ik, tussen de middag, een uurtje helpen met de tuinclub van Sir Harry Johnston International School. Een naschoolse activiteit met een leuk groepje van een kind of 8. Woensdagmiddag is tijd voor sport, maar ik gebruik de tijd om boodschappen te doen. Bij de school is ook een zwembad waar ik vaak in het weekend kom.

Tussen 4 en half 5 naar huis en dan een beetje in de tuin werken, wat water geven, alvast wat oogsten voor het eten. Om een uur of 5 komt John de nachtwaker, die kookt vaak eerst zijn eigen potje en dan is het tijd om Bao te spelen en een pilsje (Carlsberg) te drinken op de veranda. John verbaasd zich er nog steeds over dat het bij maar één flesje blijft. Om 6 uur is het donker en ga ik naar binnen om te koken en naar het  BBC nieuws te luisteren.

’s Avonds even contact met het thuisfront via Skype en dan een film of een tv serie op dvd. Zonder internet en laptop zou het hier een stuk moeilijker zijn. Rond een uur of 10 wordt het tijd voor een douche en een goede nachtrust.