vrijdag 30 september 2016

Laatste blog



Er bestaat een goede kans dat dit de laatste blog uit Malawi is. Mijn vlucht naar Schiphol is geboekt. Een goede gelegenheid om even te beschrijven wat ik hier deze vijf weken heb gedaan.

De bedoeling was om het succesvolle bomen planten te herhalen en als het kan wat uit te breiden. De bomen die we begin dit jaar hebben geplant groeien prima en van veel mensen hoor ik daar positieve geluiden over. Voor ik in juni vertrok hadden we een vragenlijst rondgestuurd om te kijken welke gevangenissen er wel wat in zagen zelf een kwekerij te beginnen. Het vervoer door het land vanaf één kwekerij is vrij duur, bovendien is er niet altijd een auto beschikbaar dus komen de zaailingen vaak te laat. Als de kwekerij is op de plaats waar de zaailingen gepoot gaan worden voorkom je een hoop problemen.











Er waren 8 gevangenissen geïnteresseerd. Toen ik hier eind augustus aankwam was bewaker Facani op het kwekerijtje in Zomba al begonnen met het zaaien van een paar bedjes papaja’s, dat vond ik wel erg leuk. Mìjn eerste klus was bij het Forestry Research Institute of Malawi `(FRIM) gaan praten over de geschikte soorten voor de verschillende gevangenissen. De klimatologische omstandigheden verschillen nogal in verschillende delen van Malawi. De zaden kon ik gelukkig ook via FRIM betrekken. 

De eerste zaailingen ontkiemen al
We hadden al een lijst gemaakt met de benodigde gereedschappen en materialen. Spaden, hakken en harken, maar vooral gieters zijn nodig. Dat gereedschap wordt op de lokale markt gekocht en daar voor is wat geld op een speciale rekening gezet. Inspecteur Harry Mwaungulu die verantwoordelijk is voor het Milieubeleid van de Malawi Prison Service en die ook voor mijn bomenproject werkt, zorgt dat daar over met de verschillende gevangenissen gecommuniceerd wordt. Ik wil graag dat alles gaat volgens de MPS regels omdat het dan het makkelijkst over te nemen is volgend jaar. Voor alle aankopen moeten 3 offertes aangevraagd en als de meest geschikte gekozen is, kan er aangeschaft en betaald worden. Mwaungulu had in Blantyre de ‘plantsleeves’ gekocht. Dit zijn plastic plant potjes zonder bodem, niet erg handig volgens mij, maar eigenlijk de enige potjes die in Malawi beschikbaar zijn en het voordeel is dat ze wel makkelijk op te sturen zijn.

Op wat houvast te geven bij het opzetten van de kwekerijtjes hebben we een boekje daarover in Chichewa en Engels gekopieerd en bij de pakketjes zaden en potjes gevoegd.
Vandaag zouden de pakketjes op de bus gaan. Hier gaat dat letterlijk op de bus. Busmaatschappijen hebben een netwerk naar de grotere steden en zorgen met de bussen ook voor het bezorgen van pakketjes. Helaas kwam Mwaungulu aan het eind van de middag langs om te zeggen dat er iets tussen kwam. Iets heel belangrijks in de gevangenis in Domasi. De verzending is dus even uitgesteld, maar ik ga er maar vanuit dat het wel snel zal gebeuren. Jammer dat ik me daar niet persoonlijk meer van kan vergewissen.

De pakketjes verdelen op kantoor
Toevallig is er morgen een excursie naar een gevangenis in een afgelegen gebied ongeveer 25 km ten zuiden van Blantyre. Daar brengen we de spullen dus persoonlijk naar toe.
Al met al heb ik het idee dat er alles aan gedaan is om het opkweken van zaailingen zo goed mogelijk te faciliteren. De spullen zijn er, er is nog wat geld op de rekening voor onvoorziene omstandigheden. Wat het project betreft vertrek ik met een gerust hart. Hopelijk is er volgend jaar een andere organisatie te vinden die wat ziet in het planten van bomen op moeilijk te gebruiken grond van de gevangenis boerderijen.

vrijdag 16 september 2016

FACE Malawi



Langzaam komt er schot in de kwekerijtjes. Hier in Zomba waren ze al begonnen, maar om alles goed  geregeld te krijgen is toch meer tijd nodig, zoals wel vaker in Malawi. We houden moed, maar ik denk de eerste week van oktober weer te vertrekken en dan moet het toch zover zijn dat het zonder mij kan.
Ik prijs me gelukkig dat ik een plekje heb in het kantoor van FACE Malawi (Foundation for Active Civic Education). Tegen het eind van mijn VSO contract kwam deze organisatie in beeld omdat ze een deel van het project van VSO in de gevangenissen gaan implementeren. Ze hebben ervaring in het opzetten van support groepen en sociale ondersteuning. In andere projecten hebben ze ook veel met micro-kredieten gewerkt. Ik werkte samen met Caroline Phiri die me vroeg of ik nog wat extra advies wilde geven over het werken in de gevangenissen en voor de tuinbouw projecten. Dat leek me wel nuttig en nu maak ik gebruik van een tafeltje in hun kantoortje hier in Zomba.

Om wat beter kennis te maken werd ik uitgenodigd om de projecten van FACE in het zuiden van Malawi (Nsanje) te bezoeken. Ze zijn daar al vanaf 2004 actief. Ze hebben verschillende ‘Support Groups’ en in hun kantoor ook een radiostationnetje.
Maandagochtend zouden we vertrekken, maar de auto stond ergens stuk langs de weg. Het regelen van een andere auto had nogal wat voeten in de aarde, maar om half twee was er een prima Toyota geregeld en ik zou rijden. Naar Nsanje is 250 km dus dat valt mee. Via Blantyre en Chikwawa naar het zuiden. De laatste 125 km over een vlakke, rechte weg door een heet landschap. In Nsanje district moesten we in Bangula zijn, daar is het kantoor van FACE en werden we verwelkomd en kregen wat meer informatie over het project. We konden ook een kijkje nemen in de super eenvoudige radio studio. Halverwege deze kennismaking viel de stroom uit en gingen we dus maar eten in een lokaal restaurant in de buurt. Vis met rijst. Een eenvoudig resthouse, maar met een goede douche en gelukkig vanaf een uur of 8 weer stroom.
De volgende morgen een rondleiding langs wat projecten rond Bangula. Twee groenteteelt projecten en een boomplant project langs de rivier. Op de oever zijn 5 jaar geleden bomen geplant en dat zijn nu al heel behoorlijke bomen. River bank protection heet dat. Er zijn een paar groepen die daar dit jaar mee verder gaan. Erg nodig, want in Nsanje wordt erg geleden onder de klimaatverandering, veel overstromingen in de regentijd en erg heet en droog de rest van het jaar.
De  groenteteelt was ook leuk om te zien. Echt een succes. Mooi uien en groene mais, bladgroente en wat cassave, alles met spierkracht geïrrigeerd met een 'treadle pump' bij de rivier; het wordt dan duidelijk waarom Malawiërs geen sportschool nodig hebben.Wat is een treadle pump?
De vooruitgang. De radio op zonnecel.


Na Bangula nog 46 km naar het stadje Nsanje. Daar bezochten we twee vrouwengroepen die erg goed leken te draaien. Ze verstrekten kleine kredieten om groente, vlees (geit en kip) te verkopen, mandazi (Oliebol?) te bakken en te verkopen. Het project liep goed dus er waren al plannen voor een groepsproject in de vorm van een maismolen. Al mijn vragen werden duidelijk, en ik denk, eerlijk beantwoord. Toen ik vroeg wat ze bedoelden met “aandelen uitgeven” (giving out shares) kreeg ik een levensechte demonstratie, met bankbiljetten en het bijbehorende administratie systeem. Erg leuk. De sfeer was trouwens vrolijk en optimistisch en omdat het doel van het project is het verbeteren van de positie van vrouwen ga ik ervan uit dat dat geslaagd is. Opmerkelijk is dat er voor de begeleiding van de vrouwengroepen gebruik wordt gemaakt van lokale vrijwilligers en dat lijkt een succes. Ik zag een lokale zakenvrouw die een succesvolle groep begeleidde en zo haar ervaring en succes aan anderen wist over te dragen.

In de evaluatie heb ik nog even aangegeven dat ze meer aandacht aan een goede website moeten besteden omdat donors en andere partners uit het westen daar, vandaag de dag, het eerst naar kijken. Hier een link naar de Facebookpagina van FACE. 

donderdag 8 september 2016

Eerste Heilige Communie


Het is vreemd om terug in Zomba te zijn. Er is niets veranderd en alles is anders. Te gast in het huis waar ik twee jaar heb gewoond, niet meer werken voor VSO en een nieuwe plek zoeken in de Malawi Prisons Service, enzovoort. De ontvangst is overal uiterst hartelijk, waarschijnlijk ook door alle presentjes en cadeaus die ik heb meegenomen. De eerste week verliep goed en mijn eigen kleine huishouden is al weer aardig op orde, al mis ik wel de gezelligheid van de laatste tijd toen ik hier met Felice zat. Eén van de eerste dagen werd ik al uitgenodigd om de Eerste Communie van Lucia, het dochtertje van een kennis, bij te wonen. Dus toog ik zondagmorgen samen met John, de nachtwaker, naar de Kathedraal vlak bij mijn huis.

De kinderen die voor het eerst communie deden stonden al klaar, de jongens in zwarte broek en als het even kon een colbert en de meisjes bijna allemaal in smetteloos wit. Het waren zeker meer dan 150 kinderen, een aantal dat in Nederland niet vaak meer wordt gehaald denk ik zo. De kerkdienst verliep soepel en er werd mooi gezongen, maar 3 uur is toch een hele zit voor een verstokte atheïst als ik. De collecte was nog wel bijzonder. Er werd per wijk geld gedoneerd in een offerblok, gedragen door een rij helpers voorin de kerk. De opbrengst per wijk werd later door een catechist voorgelezen. Hierna kwam ook een donatie in natura per wijk. In groepen werden de verschillende gaven naar voren gebracht. Er waren broden, coocking oil, zout, suiker, ik zag een fles wijn, kippen en  geiten, maar ook verse groente als erwtjes, tomaten, aardappels e.d. Dat één geitje (waarschijnlijk Protestants) even wist te ontsnappen en pas weer achter het altaar gepakt kon worden leverde natuurlijk de nodig hilariteit op. Het duurde dus best lang en pas na twaalf uur konden er buiten foto’s genomen worden met de Bisschop, die overigens een aardige en open indruk maakte.

Na het maken van statieportretten voor de kerkdeur was het tijd om naar het huis van Lucia en haar moeder en grootmoeder te vertrekken, een kilometer of 8 van de Kathedraal. Lucia is als klein kind in het vuur gevallen en door de littekens van de brandwonden kan ze niet ver meer lopen. Haar moeder, Gladys, had een pick-up truck geregeld om haar, met wat buren en familie, naar de kerk te brengen. Na afloop van de dienst bleek de pick-up er niet te staan, maar een kleine personenwagen waar lang niet iedereen in paste. Wel zuur omdat de rit al was betaald. De kleine auto werd weggestuurd en de thuisreis werd te voet aanvaard. Wel een uitdaging hoor want Lucia, 12 jaar, werd dus op de rug gedragen. Zonder een woord van commentaar werd dit gedaan, natuurlijk alleen door meisjes en vrouwen. Er werd ook nog vrolijk bij gezongen. 

In Mategula waar Lucia en Gladys wonen was het feest al begonnen, verschillende gasten hadden zich al behoorlijk tegoed gedaan aan de Kachasu, lokaal gestookte sterke drank. Er was muziek en er werd flink gedanst. De belangrijke gasten (ik blijf het moeilijk vinden dat je daar zondermeer toe wordt gerekend alleen omdat je uit Europa komt en wit bent), werden binnen genodigd voor de lunch. Lekker, kip met rijst en salade. 

Na het eten was het tijd voor de financiële afhandeling, tijdens het dansen wordt er geld in plastic bakken gegooid of in het rond gestrooid. Het is dan natuurlijk belangrijk dat iedereen goed ziet hoe hoog je bijdrage is. Nog zo iets waar ik vanuit mijn Nederlandse achtergrond wel een beetje besmuikt mee omga. Om nog voor donker weer thuis te zijn vertrokken we rond een uur of 4 als een van de eerste gasten en ik stel me zo voor dat er nog lang door gefeest is.