In 2014 werd ik gevraagd of ik kon helpen om rietjes te
kopen voor de klarinetten en saxofoons van de Prison Band. Zulk soort materiaal
is moeilijk te krijgen in Malawi en als ze er al is erg duur. Eigenlijk wist ik
niet goed waar te beginnen, dus vroeg ik advies aan de zwager van Felice in
Denemarken, Hans, die zelf saxofoon
speelt. Hij ging rondvragen in de band waarin hij speelde en had binnen korte
tijd een schoenendoos vol rietjes bij elkaar.
Vorig jaar kreeg ik van een trombonist uit het orkest, waar
ik af en toe nog contact mee heb, het bericht dat de voorraad nu echt aan het
opraken was. Ik nam contact op met Hans in Denemarken maar die zag nu geen kans
aan rietjes te komen, omdat hij niet meer in een Big Band speelt. Een andere
muzikant in de familie is de fluitiste Maaike Bom uit Middelburg. Die ging
enthousiast aan de slag en verzamelde in korte tijd 175 rietjes en 8
mondstukken voor verschillende koperblazers. Dat alles moest mee naar Malawi. We
waren wel een beetje bezorgd om voor muziekhandelaren te worden aangezien, met
zoveel rietjes. De Malawi Prison Service verzorgde een vrijwaringsbrief, maar
bij de douane werden we niet gecheckt, dus die hebben we niet nodig gehad.
De overhandiging van de verzamelde spullen zou de dag na
Pasen plaatsvinden. Om 9 uur een afspraak met de band, die klaar zat om te gaan
repeteren. Ik hoorde dat één van de kornettisten een mondstuk was kwijtgeraakt.
Ik vroeg de dirigent hoe dat mogelijk is. Tja, het mondstuk niet goed
opgeborgen, maar even in een borstzakje en daarna vergeten, weg. Zo gaan die
dingen hier. In ieder geval werden de rietjes en mondstukken zeer enthousiast
ontvangen.
Dit kleine project wordt zeer gewaardeerd en alle dank gaat
natuurlijk uit naar iedereen die iets heeft bijgedragen en naar Maaike voor het
trekken van de kar. Je kunt natuurlijk vragen stellen bij de duurzaamheid van
hulp in deze vorm. Ik zie het als een geste, een handreiking en misschien
draagt het ook een beetje bij aan de bewustwording in Nederland hoe goed de
maatschappij bij ons is georganiseerd. Het hele bestaan van de Prison Band doet
me wel eens twijfelen. Waarom een heel orkest optuigen als het budget voor het
voeden en onderhouden van de gevangenen nauwelijks toereikend is? Het lijkt een
vrij overbodige luxe. De band treedt op tijdens ceremonies en dan horen de
gevangen natuurlijk ook de muziek, maar de Prison Band is ook een gewaardeerde
gast bij optochten en manifestaties in Zomba. De band heeft een ceremoniële
functie; ze is er nu eenmaal en een flink aantal musici heeft er een (niet al
te goed) betaalde baan door. Als dit de feiten zijn, is het toch leuker als er
een beetje behoorlijk muziek gemaakt kan worden. Dankzij de hulp van velen is
dit dus voor een tijd verzekerd.
In schril contrast met de
Prison Band staan de mogelijkheden van gevangenen om iets aan muziek te doen.
Daar zijn helemaal geen middelen voor, maar de behoefte aan muziek is zo groot
dat er van alles geimproviceerd wordt. Er wordt natuurlijk veel gezongen,
geklapt en gedrumd. Een blikje of een oude pan is al snel een percussie
instrument. Bij een diploma uitreiking waar ik bij was, werd muziek gemaakt op
een gitaar met drie snaren en een zelf gemaakte rammelaar. Zingen en dansen
doen mensen en zeker Afrikanen in alle omstandigheden. In het verleden is er
zelfs wel eens een cd gemaakt met muziek opgenomen in de gevangenis. Op de CD
wordt veel gezongen en maken bewaarders en gevangenen samen muziek. Ik denk dat
die muziek nog wel te downloaden is. Het is in ieder geval leuk om te horen wat
er mogelijk is met heel beperkte middelen. Zomba Prison Project
Het eind van ons korte
verblijf hier komt al weer in zicht over drie
dagen vliegen we terug. Het nuttige en het aangename was prettig
verenigd. Het bomen planten gaat volgend jaar door. Het project steunen kan ook
nog altijd.