maandag 16 juni 2014

Fietsen

De fiets van John

Voor ik naar Malawi kwam was ik vast van plan hier lekker te gaan fietsen. Ik heb zelfs een fietstas en een reparatiesetje meegenomen. Toch heb ik nog geen fiets. Waarom eigenlijk niet? Toen ik hier net was, in februari, was het eigenlijk te heet. Het is hier in de buurt van Zomba op veel plekken erg steil. Het bleek ook nog niet zo makkelijk om een beetje behoorlijke fiets te vinden. Er worden hier veel Chinese fietsen verkocht die als beste eigenschap hebben dat ze tot in het oneindige gerepareerd lijken te kunnen worden. Echt soepel fietsen ze niet. De beste optie is nog een tweede hands, Europese fiets te kopen in Blantyre. Er is daar een winkel die gespecialiseerd is in het opknappen van goede fietsen. Maar misschien is de belangrijkste reden wel, dat VSO me, voor het werk, heeft voorzien van een motorfiets, wat me ook goed bevalt.

Er wordt hier wel veel gefietst. Je ziet hier ook heel regelmatig vrouwen en meisjes op de fiets. Dat is in sommige andere Afrikaanse landen heel ongebruikelijk. Er wordt ook veel naast de fiets gelopen trouwens. Vaak omdat het echt te steil is om te fietsen, maar ook omdat je als fietser, hier op de weg toch echt de underdog bent. Soms is er ook gewoon geen plaats meer op de fiets voor de fietser.










Een groot deel van het vrachtverkeer hier kan op het conto van de fiets geschreven worden. De fiets wordt vaak zo zwaar beladen dat fietsen er niet meer bij is. Het zadel wordt dan ook gewoon even losgemaakt zodat de zaak beter vast gemaakt kan worden. Dat zadel moet natuurlijk wel mee, voor de terugweg. Het toppunt van laadkunst is wel het optasten van een fiets vol brandhout. Er komen dagelijks een behoorlijk aantal van zulke gevaartes de Zomba hoogvlakte af. Om de zaak in evenwicht te houden als je van de berg afkomt is nog een hele kunst.

let op het zadel.










Je ziet hier ook veel fietstaxi’s. Die worden gebruikt voor afstanden tot een kilometer of tien. Het zijn gewone fietsen met een kussentje achterop. Vaak ook met voetsteuntjes en een handgreep voor de passagier. Er wordt best veel gebruik van gemaakt, maar ik had me er tot voor kort niet aan gewaagd. Ik voel me nooit zo prettig als een ander zich in het zweet moet werken om mij van A naar B te krijgen. Toen ik het dit weekend, op aandringen, voor het eerst wel deed werd ik ook meteen afgestraft. Mijn fietstaxi reed op een smal fietspad zo dicht langs een andere fiets dat ik mijn knie aan de bagagedrager van die fiets stootte, een lelijke snee. Mijn gevoel dat het niks voor mij is, zo’n fietstaxi, klopt dus wel.


John, de nachtwaker, woont zo’n 10 km van Zomba en hij komt altijd op de fiets. De weg tussen Zomba en Blantyre, waar hij langs moet, wordt op het ogenblik vernieuwd. Er ligt een vrij slechte noodweg dus John loopt minstens de helft van de weg en mijn reparatie setje is gelukkig ook nog van pas gekomen.










Of het er nog van gaat komen dat ik een fiets koop weet ik niet. Ik loop graag, ook naar Zomba voor boodschappen, dat is ongeveer 45 minuten. Mijn werk is ook op loopafstand en voor grotere afstanden is de motor toch makkelijker. Maar als ik tegen een leuke fiets aanloop…..

woensdag 4 juni 2014

Een gewone dag.

'Koffie' pauze

Gelukkig is voor mij vroeg opstaan nooit een probleem geweest. Om om half 8 in Amsterdam te kunnen beginnen, moest ik er altijd al vroeg uit. Hier ben ik ook meestal al voor 6 uur op. Het mooiste moment van de dag. Alles nog lekker fris, begin ik de dag rustig met een rondje door mijn moestuin. Het geoogste ochtendplasje verdun ik in een wijnfles en schenk bij de bietjes en uien. Gelukkig is er hier redelijk brood te krijgen en kan ik ontbijten met een paar boterhammen met honing en jam en de papaja’s in mijn tuin zijn nu ook rijp.

Om tien over 7 gaat de laptop in de rugzak en loop ik naar het Prison Hoofdkwartier, ongeveer twintig minuten bergop. Om half 8 staat de deur open en is het kantoor al aangeveegd. Vaak begint de dag met een gesprek met mijn ‘line-manager’ de Prison farmmanager om elkaar op de hoogte te houden van ontwikkelingen. Mijn werk hier is, misschien meer dan je zou verwachten, kantoorwerk. Veel achter de lap-top en telefoon. Contacten leggen met mogelijke partners, coördineren en adviseren. Waar mogelijk kijken we bij gevangenissen in de buurt hoe de zaken met tuinieren en de zaken daaromheen staan. Ook besteed ik relatief veel tijd aan administratie en regelwerk voor VSO. Huurcontracten, vervoer, medische zaken, veiligheid vallen onder de VSO verantwoordelijkheid.

Een kleine cultuurschok was het wel om te ontdekken dat er geen mogelijkheid is om tijdens het werk aan een kop koffie of thee te komen. In de loop van de dag komen er wel een aantal koopvrouwen het terrein op en daar wordt vaak in groepjes wat gegeten. Ze hebben vaak pinda’s, bananen, komkommer, tomaat en avocado in de aanbieding. Lunch regelt ieder op zijn eigen manier. Ik loop, om 12 uur, graag even naar huis voor een paar boterhammen, maar je kunt ook net buiten het terrein wat te eten kopen en sommige collega’s kopen samen in en laten gevangenen dan op een houtvuurtje nsima en ‘relish’ klaarmaken.
Gevangen maken lunch

’s Middags weer van twee tot half 5 op kantoor en dan naar huis om nog even wat te kopen voor het avondeten. Boodschappen in Zomba doe ik vaak op zaterdag of woensdagmiddag want dan wordt er door het personeel, min of meer verplicht, gesport. Dat houdt vaak in dat er, in het gelid en in looppas, door het dorp gehold wordt. Daarvoor heb ik mezelf op grond van een leeftijdsindicatie en sportallergie vrijstelling verleend.
Malawische friettent

VSO betaald voor ieder huis waar VSO’ers wonen een nachtwaker. De mijne heet John en hij komt rond half 5. John woont zo’n 10 km van mijn huis en komt op de fiets. We kletsen wat op de waranda en spelen een potje Bao. Een leuk spel, maar ik moet nog wel wat ervaring opdoen om te kunnen winnen. Ik kook natuurlijk dagelijks. Er is hier veel groente te krijgen, ook aardappels en vlees (geit, varken) is ook geen probleem. Ik weet nu wel waar alles te krijgen is en twee keer per week brengt een boer uit de buurt 2 liter melk waar ik soms yoghurt van maak. Dat gaat prima.
Een potje Bao

De avond gebruik ik om te lezen en meegebrachte tv series of een film te kijken. Ik ben nu aan het laatste seizoen van ‘The Wire’ bezig, erg goede serie, vind ik. Om een uur of 10 is het dan alweer tijd alles af te sluiten en meestal lig ik er rond half 11 wel in.