Taal is hèt middel om contact te maken. Om een beetje te
kunnen communiceren met mensen en iets meer over de cultuur op te steken vind
ik het heel belangrijk om te proberen de taal een beetje onder de knie te
krijgen. Het wordt hier echt gewaardeerd als je moeite doet om de taal een
beetje te spreken. Aan het begin van mijn contract werden er door VSO 10
taallessen betaald en eigenlijk is mijn lerares, Chimwemwe, wekelijks blijven
komen. Voor mij is dat een leuk uur op zaterdag, want natuurlijk komt er meer
aan de orde dan alleen Chichewa. Chimwemwe is zelf onderwijzeres aan een
basisschool hier, dus ook een bron om te weten hoe het hier in het
onderwijs gaat.
Ik vind het Chichewa leren leuk, misschien ook omdat er een
aantal overeenkomsten zijn met Kiswahili. Vooral de woorden uit Bantu talen
zijn gelijk.
Koe = Ng'ombe, geit = mbuzi, huis = nyumba, vlees = nyama.
Verder zijn er veel Engelse leenwoorden, volgens mij meer
dan in het Kiswahili.
Telefoon = foni, winkel = shopu, diploma = dipuloma, boek = buku.
Vooral als het geschreven staat herken ik die niet altijd
als de fonetische weergave van Engelse woorden.
Voor tellen en rangtelwoorden, zeker als het om geld of
geldbedragen gaat wordt helemaal alleen het Engels gebruikt. Five hundred
Kwacha.
Net als in het Swahili worden aan de stam van het werkwoord
een hele serie van voor-, tussen- en achtervoegsels geplakt. Voor de
persoonsvorm, de tijd, wederkerigheid, ontkenning enz. Dat levert lange
werkwoorden op die voor mij soms moeilijk te ontrafelen zijn.
ankawathandiza powapatsa – hij hielp ze door het ze te geven
sanathandize mwa kuwapatsa - hij heeft ze niet geholpen door het ze te geven
Bijvoeglijk naamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden
worden verbogen naar gelang de klasse van het zelfstandig naamwoord waar ze
betrekking op hebben.
Mijn tuin = m'munda mwanga, mijn huis = nyumba yanga, mijn vrouw = mkazi wanga
Die klassen te herkennen en de juiste vervoeging te
gebruiken valt vaak niet mee.
De lessen probeer ik zo aantrekkelijk mogelijk voor mezelf te
maken door stukjes uit de krant te vertalen, naar liedjes te luisteren en
dergelijke. Dat gaat goed want ik vind het nog steeds leuk en leer nog steeds
bij. Ik kan nu redelijk begrijpen waar een conversatie overgaat en ik kan eenvoudige
vragen, met heel eenvoudige zinnetjes beantwoorden. Wat lezen en schrijven
betreft werk ik nu in een schoolboekje van groep 6, wat ikzelf nog niet zo
slecht vind.
Ook gebruik ik graag ‘Google vertalen’. Zinnen of stukjes tekst
kan je dan vertalen. Het is vaak een ruwe vertaling, maar je krijgt een indruk
waar het over gaat. Een grote hulp is ook het woordenboek Engels-Chichewa,
geschreven door een Nederlandse Missionaris, Steven Paas, die ook in Zomba
heeft gewoond. Dit is een heel goed woordenboek en het geeft van veel woorden
een voorbeeld hoe ze in context gebruikt worden. Dat is een schat aan
informatie over de taal maar ook vaak over gebruiken en cultuur. De
uitdrukkingen zijn vaak erg leuk.
Chikomekome cha nkhuyu, m’kati muli nyerere – Ook al ziet de vijg er prachtig uit, er zitten mieren in. (Ga niet op uiterlijk af)
Walira mvula, walira matope – Als je om regen smeekt, smeek je om modder.
Ik besteed dus best wat tijd aan het leren van Chichewa en
dat is leuk. Ik moet wel zeggen dat het leren makkelijker gaat als je 20 bent
dan op pensioen gerechtigde leeftijd, maar het lukt nog steeds en is in ieder
geval veel makkelijker dan het leren van Passah Lao in Laos. Al vond ik dat ook
leuk, hoor.