donderdag 23 juli 2015

Chichewa


Taal is hèt middel om contact te maken. Om een beetje te kunnen communiceren met mensen en iets meer over de cultuur op te steken vind ik het heel belangrijk om te proberen de taal een beetje onder de knie te krijgen. Het wordt hier echt gewaardeerd als je moeite doet om de taal een beetje te spreken. Aan het begin van mijn contract werden er door VSO 10 taallessen betaald en eigenlijk is mijn lerares, Chimwemwe, wekelijks blijven komen. Voor mij is dat een leuk uur op zaterdag, want natuurlijk komt er meer aan de orde dan alleen Chichewa. Chimwemwe is zelf onderwijzeres aan een basisschool hier, dus ook een bron om te weten hoe het hier in het onderwijs gaat.

Ik vind het Chichewa leren leuk, misschien ook omdat er een aantal overeenkomsten zijn met Kiswahili. Vooral de woorden uit Bantu talen zijn gelijk.
Koe = Ng'ombe, geit = mbuzi, huis = nyumba, vlees = nyama.
Verder zijn er veel Engelse leenwoorden, volgens mij meer dan in het Kiswahili.
Telefoon = foni, winkel = shopu, diploma = dipuloma, boek = buku.
Vooral als het geschreven staat herken ik die niet altijd als de fonetische weergave van Engelse woorden.
Voor tellen en rangtelwoorden, zeker als het om geld of geldbedragen gaat wordt helemaal alleen het Engels gebruikt. Five hundred Kwacha.

Net als in het Swahili worden aan de stam van het werkwoord een hele serie van voor-, tussen- en achtervoegsels geplakt. Voor de persoonsvorm, de tijd, wederkerigheid, ontkenning enz. Dat levert lange werkwoorden op die voor mij soms moeilijk te ontrafelen zijn.
ankawathandiza powapatsa – hij hielp ze door het ze te geven
sanathandize mwa kuwapatsa - hij heeft ze niet geholpen door het ze te geven
Bijvoeglijk naamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden worden verbogen naar gelang de klasse van het zelfstandig naamwoord waar ze betrekking op hebben.

Mijn tuin = m'munda mwanga, mijn huis = nyumba yanga, mijn vrouw = mkazi wanga
Die klassen te herkennen en de juiste vervoeging te gebruiken valt vaak niet mee.

De lessen probeer ik zo aantrekkelijk mogelijk voor mezelf te maken door stukjes uit de krant te vertalen, naar liedjes te luisteren en dergelijke. Dat gaat goed want ik vind het nog steeds leuk en leer nog steeds bij. Ik kan nu redelijk begrijpen waar een conversatie overgaat en ik kan eenvoudige vragen, met heel eenvoudige zinnetjes beantwoorden. Wat lezen en schrijven betreft werk ik nu in een schoolboekje van groep 6, wat ikzelf nog niet zo slecht vind.
Ook gebruik ik graag ‘Google vertalen’. Zinnen of stukjes tekst kan je dan vertalen. Het is vaak een ruwe vertaling, maar je krijgt een indruk waar het over gaat. Een grote hulp is ook het woordenboek Engels-Chichewa, geschreven door een Nederlandse Missionaris, Steven Paas, die ook in Zomba heeft gewoond. Dit is een heel goed woordenboek en het geeft van veel woorden een voorbeeld hoe ze in context gebruikt worden. Dat is een schat aan informatie over de taal maar ook vaak over gebruiken en cultuur. De uitdrukkingen zijn vaak erg leuk.

Chikomekome cha nkhuyu, m’kati muli nyerere – Ook al ziet de vijg er prachtig uit, er zitten mieren in. (Ga niet op uiterlijk af)
Walira mvula, walira matope – Als je om regen smeekt, smeek je om modder.

Ik besteed dus best wat tijd aan het leren van Chichewa en dat is leuk. Ik moet wel zeggen dat het leren makkelijker gaat als je 20 bent dan op pensioen gerechtigde leeftijd, maar het lukt nog steeds en is in ieder geval veel makkelijker dan het leren van Passah Lao in Laos. Al vond ik dat ook leuk, hoor.

dinsdag 7 juli 2015

Broedmachientje.


Vorig jaar ontmoette ik op een VSO Peer Support weekend de Canadese volunteer Gordon Stinson, iets ouder als ik en aan het eind van een zevenjarige periode in de veeteelt voorlichting in Malawi. Via hem kwam ik in contact met, Robert Chilunga een boer bij mij in de buurt, die 4 koeien melkt. Hij woont ongeveer een half uur lopen van mijn huis en brengt mij twee keer per week, op de fiets, 2 liter prima melk voor de helft van de prijs die ik voor houdbare melk in de supermarkt betaal. Ik kook de melk en ik kan er een flinke laag room afscheppen die ik meteen invries voor later gebruik.

De melkveehouderij heeft het moeilijk in Malawi, al drinken de mensen graag melk. De regelgeving maakt het bijna onmogelijk om melk aan particulieren te verkopen en voor de melkfabrieken zijn de transportkosten hoog. Voor een coöperatie willen ze nog wel een eind rijden, maar als dan sommige boeren water bij de melk doen omdat controle bijna onmogelijk is, moeten de goeden onder de kwaden leiden en komt de melkwagen niet meer.
Al een tijd geleden had Robert me gevraagd of het mogelijk was via mij aan een kleine broedmachine te komen. Dat leek eerst een beetje veel gevraagd, maar hij bleef aandringen en uiteindelijk wist hij al de redenen die ik kon bedenken waarom het nièt zou gaan te weerleggen. Tijdens mijn vakantie in Nederland verdiepte ik me dus wat meer in de kleine broedmachines. Het aanbod op Marktplaats bleek groot, keus genoeg. We hadden afgesproken dat het geheel niet meer dan € 80,- mocht kosten en het spul moest natuurlijk in mijn koffer passen. Ik vond een, in Roemenië gemaakte, half automatische vlakbroeder voor zo’n 40 eieren. De bestelling werd na een dag thuis afgeleverd. Een plastic machientje van zo’n 2,5 kg dat met wat passen en meten in de koffer kon. Dan maar wat minder drop en hagelslag. Gelukkig geen problemen met de douane en de dag na mijn aankomst kon Robert zijn aanwinst ophalen. Het geheel was puntgaaf overgekomen en hij betaalde cash. Als je de stekker in het stopcontact steekt houdt de thermostaat de temperatuur constant en hoef je alleen de eieren regelmatig te keren.

Robert heeft nog geprobeerd via een veeteelt voorlichtingsstation eieren van een verbeterd kippenras te kopen, maar die waren in deze tijd van het jaar niet te krijgen. Het eerste broedsel werd dus; 16 eieren van lokale kippen. Met een zelf geïmproviseerde schouwlamp stelden we na een week vast dat één ei onbevrucht was. Laat dat maar aan de lokale haan over. Gisteren kwamen de laatste eieren uit. Elf van de vijftien overgebleven eieren leek me geen slecht resultaat voor een eerste keer. Natuurlijk voelde ik wel zo betrokken dat ik regelmatig even langs ging om te kijken hoe het ging.

De impact van dit hele projectje is natuurlijk nihil, maar ik vind het toch leuk dat ik het enthousiasme en de ondernemingsgeest van Robert heb kunnen stimuleren. Hij is nog steeds erg enthousiast, ziet mogelijkheden en ik heb natuurlijk, al doende, ook weer het een en ander opgestoken.