zaterdag 13 september 2014

Bij de les blijven!


Het tuinproject in de jeugdgevangenis van Mikuyu is begonnen. Byounique had een lijst van 17 gemotiveerde jongens opgesteld. We wilden daarbij zoveel mogelijk HIV geïnfecteerde jongens omdat die de extra voeding het best kunnen gebruiken. Maandag begon de vijfdaagse voorbereiding. We gaan waar dat kan organisch tuinieren om de jongens te leren dat het zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen ook kan. De trainers Mathews en Ausward hadden al een dergelijke cursus in de gevangenis van Blantyre gegeven, vorig jaar voor Prison Harvests, een kleine Engelse ngo.










De cursus begon met een introductie, volgens goed Malawisch gebruik een beetje te laat en enkele jongens kwamen nog veel later binnendruppelen, maar de sfeer was goed en de jongens waren erg gemotiveerd. De hele benadering bracht me echt terug naar mijn tijd bij de schooltuinen. Ik had zó mijn lesje grond er in kunnen passen. Maandag en dinsdag dus voor de inleiding en wat theorie en woensdag en donderdag de praktijk. Woensdag was ik er zelf niet bij, maar ik kreeg ’s avonds een verontrust mailtje dat er tijdens de praktijkles een vluchtpoging was ondernomen door één van de trainees. Toen hij zijn kans had schoon gezien was hij in de rivier gesprongen en het bos aan de overkant ingerend. Daar werd hij gespot door personeel van de aangrenzende gevangenis voor volwassenen en weer ingerekend. Daarbij verzette hij zich zo hevig dat hij 2 bewaarders wist te verwonden, maar zelf liep hij ook rake klappen op en moest naar het ziekenhuis. Dit is de keerzijde van het kiezen voor geïnfecteerde jongens, ze hebben niet veel te verliezen. Bovendien bieden we deze cursus in principe aan als voorbereiding op de terugkeer in de maatschappij, dus voor gevangenen die binnenkort vrij komen. Van veel jongens is niet bekend of ze ziek zijn, daarom hadden we ook jongens die nog langer moesten zitten op ons lijstje. De vluchteling was daar één van.

De volgende morgen ging ik toch een beetje bezorgd naar de Commanding Officer van Mikuyu om de zaak te bespreken. Die was er bijzonder laconiek onder. Zulke ontvluchtingen zijn er wel vaker en ik moest me daar maar geen zorgen over maken. De jongen mag natuurlijk niet meer met de cursus meedoen en zal zich voor de rechter moeten verantwoorden voor zijn vluchtpoging.
De dag na dit incident begon de les natuurlijk met het terugkijken op deze gebeurtenis die toch op iedereen wel een behoorlijk indruk heeft gemaakt. Ik vond het heel netjes dat de Commanding Officer erbij kwam om er op een ontspannen manier even over te praten. Twee van de andere cursisten hadden zich ook bezeerd bij de achtervolging. Daar was even aandacht voor en toen ging de cursus door met het praten over zaden, geneeskrachtige planten en later op de tuin werden wallen gemaakt tegen erosie en een composthoop.





Vrijdag hebben we de hele introductieweek geëvalueerd en een werkprogramma voor de komende maand opgesteld. Wat moet er gebeuren, wanneer en wat hebben we nog nodig? Het is de bedoeling dat de groep, dus nu 16 jongens en 2 of 3 bewaarders, dagelijks in de tuin werkt. Daarbij worden ze begeleid door een wekelijks bezoek van een sociaalwerker van Byounique en een maandelijks bezoek van meer tuinbouwkundig geschoolde trainers. Zelf zal ik ook proberen regelmatig langs te komen. Als afsluiting van de introductie week kregen alle jongens een paar plastic slippers. Veel van hen hebben geen schoenen en ze moeten toch zo’n 2 km lopen voor ze op de tuin zijn.

woensdag 3 september 2014

Kinderspel


Je hebt hier nog echt seizoen kinderspelen. Als de klimplanten, die de kinderen gebruiken om ‘touwtje’ te springen sterk en lang genoeg zijn zie je overal meisjes aan het springen. (Waarom is zou touwtje springen toch overal voornamelijk door meisjes gedaan worden?) Er wordt hier over het algemeen met veel creativiteit gespeeld. Als er door graafwerkzaamheden ergens lekkere modder is wordt daarmee gekleid. Van een restje ijzerdraad wordt een auto geknutseld en daar zijn heel kunstig gemaakte exemplaren bij. Vaak is een stuk ijzerdraad niet eens nodig, maar zijn een paar stokken en een oude autoband genoeg. Ik heb trouwens ook als een jongen gezien die een kartonnen doos zo als auto gebruikte.
In de regentijd wordt natuurklei gezocht om samen te kleien











Zoals overal wordt er natuurlijk ook hier volop gevoetbald. Zeker tijdens de World Cup in Brazilië zag je dat overal. In cafe’s werd toen ook veel voetbal gekeken en ineens wisten veel meer mensen wat en waar Nederland was. Buiten de Worldcup om wordt de Engelse voetbal competitie hier op de voet gevolgd, zowel op de radio als op tv’s in dranklokalen. Als er op straat wordt gevoetbald, is er niet altijd een voetbal, maar een paar plastic zakken met een touwtje of een elastiekje erom kan ook. In de buurt van een rubberplantage stonden ze rubber ballen te verkopen gemaakt van de slierten droge rubber die uit de rubber taps komen. We kochten er een, maar hij werd al snel slapper. Ik denk omdat de rubber slierten om een opgeblazen ballon waren gewonden.










Op straat en op de markt wordt hier ook door volwassenen vaak het nationale spel: Bawo (of Bao) gespeeld. Een leuk spel waar veel tellen en rekenen aan te pas komt. Ik speel het zelf regelmatig met John, de nachtwaker, maar het zal nog wel even duren voor ik een Malawisch niveau heb bereikt. Het speelbord bestaat uit vier rijen van 8 holtes en je begint met 2 knikkers of bonen in ieder kuiltje. Het is de bedoeling de stenen van de tegenpartij te slaan. Dat doe je als je in een vakje op je eigen kant uitkomt waar minstens één steen van jezelf ligt. Je mag dan de stenen in het tegenoverliggende vak van je tegenstander aan jou kant uitspelen. Aan deze uitleg merk je al dat het niet makkelijk is.  Op straat wordt het razend snel gespeeld en vooral de laatst gespeelde steen wordt met een harde klap in het kuiltje gelegd. Ik hoorde dat er ook bij gegokt wordt. Kinderen spelen ook Bawo. Ze maken dan, op een rustig plekje, 32 kuiltjes in de grond en gebruiken steentjes om te spelen. Een link met alles over Bawo vind je hier.










Zelf heb ik het idee dat de fantasie meer gestimuleerd wordt door zelf je speelgoed te bedenken en te maken. Hier wordt nog gespeeld met wat er in de omgeving voorhanden is en daar hebben de kinderen een goed oog voor. Wat dat betreft zou wat creativiteit betreft Afrika grote hoogte moeten bereiken. Het wrange is natuurlijk wel dat hier het grootste ideaal toch echt plastic rommel met een batterij is. Veel van dat soort spul, dat hier verkocht wordt, komt uit China en is n Malawi maar een zeer kort leven beschoren.